Rechthebbenden vragen geen huurtoeslag

    Rechthebbenden vragen geen huurtoeslag

Bijna een vijfde van de rechthebbenden maakt nog steeds geen gebruik van de huurtoeslag. Dat blijkt uit het rapport Niet-gebruik inkomensondersteunende maatregelen door de Stichting Economisch Onderzoek (SEO).Het gebruik van de huurtoeslag neemt wel langzaam toe. Van de huishoudens die in 2003 recht hadden op huurtoeslag, maakte 27 procent er nog geen gebruik van. De recentste cijfers (2009) wijzen uit dat die groep nu geslonken is tot 18 procent.
Niet gebruik onder rechthebbenden van de zorgtoeslag is 17 procent en de langdurigheidstoeslag 60 procent. De SEO onderzocht ook wie die niet-gebruikers zijn. Ten eerste maken werkenden vaker geen gebruik van toeslagregelingen dan gepensioneerden of uitkeringsgerechtigden. Opvallend is het relatief hoge niet-gebruik onder zelfstandigen (zo’n 32 procent).
Misschien denken deze mensen dat ze geen recht hebben op huurtoeslag omdat ze een eigen bedrijf hebben, stellen de onderzoekers. Daarnaast maken vooral jongeren onder de 25 jaar, mensen in loondienst en mensen met een relatief hoog vermogen (van meer dan € 10.000,-, maar dat wel lager is dan de gehanteerde vermogensgrens), geen gebruik van de huurtoeslag. Waarom doen ze dat niet? vroegen de onderzoekers zich af. Om zeer uiteenlopende redenen. Sommige mensen kennen de regelingen niet. Anderen denken er niet voor in aanmerking te komen. Er zijn ook mensen die niet aanvragen omdat zij bang zijn voor de financiële gevolgen van een verkeerde inschatting van hun inkomen. Liever dan het riskeren van achteraf een grote som geld terug te moeten betalen, vragen ze de toeslag helemaal niet aan.
Tot slot zijn er ook mensen die te veel problemen hebben om regelingen aan te vragen en die de regie over hun leven (en financiële administratie) zijn verloren. Het SEO onderzoek is momenteel onderdeel van de besprekingen over de Wet op de Zorgtoeslag in de Eerste Kamer.

Bron: Woonbondig


 

Woonbond persbericht

Woonbondpersbericht
Rechter verbiedt uitvoering gluurverhoging

De rechtbank in Den Haag heeft de Belastingdienst opgedragen per direct te stoppen met het verstrekken van inkomensindicaties aan verhuurders. Daarmee is de invoering van 5% extra huurverhoging per 1 juli 2012 praktisch onmogelijk geworden, temeer daar er toch al gigantische uitvoeringsproblemen zijn. Woonbonddirecteur Ronald Paping reageert verheugd op het vonnis: ‘Het schenden van de privacy van bijna alle huurders in Nederland moet direct stoppen.’

Volgens Paping is de uitspraak van de rechter een direct gevolg van de manier waarop deze wetgeving erdoor is gejaagd. ‘Minister Spies had zo’n haast met het invoeren van de extra huurverhoging dat er geen sprake is geweest van een zorgvuldig proces. Dat heeft de rechter nu terecht afgestraft.’ Door de uitspraak van de rechter zijn alle verstrekte inkomensindicaties onwettig geworden en mag de belastingdienst geen nieuwe indicaties verstrekken voor de wet van kracht is.

De Woonbond verzet zich ertegen dat er een extra huurverhoging wordt mogelijk gemaakt met een maatregel die te koste gaat van de privacy en die niet het beoogde resultaat oplevert. De gluurverhoging leidt niet tot doorstroming. Het is een botte en ongenuanceerde maatregel die ten koste gaat van de koopkracht van 400.000 huishoudens, waarvan slechts een klein deel scheef woont. Paping: ‘De Woonbond heeft een goed alternatief voor dit plan om de doorstroming te bevorderen, de zogenaamde huursombenadering. We hopen dat Spies na deze uitspraak daarover wil praten met ons.’

De rechter heeft de verstrekking van inkomensindicaties verboden omdat het een grove inbreuk van de privacy van huurders is, die niet op wetgeving is gebaseerd. Pas als de wet in werking is getreden mag de Belastingdienst de gegevens weer gaan verstrekken aan verhuurders.

Minister wil Vestia aanpakken en regels verscherpen

Minister wil Vestia aanpakken en regels verscherpen

Minister Spies wil een diepgravend onderzoek naar de gang van zaken bij Vestia. Hierbij wordt ook gekeken naar de afkoopregeling van ex-topman Erik Staal van 3,5 miljoen euro. Dit bleek tijdens het debat over het Vestia-debacle dat op 8 maart in de Tweede Kamer plaatsvond.

Alle politieke partijen spraken zich in harde bewoordingen uit over de manier waarop bij Vestia werd gegokt met volkshuisvestingsgeld. Er werd gevraagd om onderzoek en maatregelen, die er op korte termijn ook lijken te komen.

Er is al een ‘forensisch onderzoek’ gestart, waarbij ook wordt onderzocht of er strafrechtelijke overtredingen zijn gepleegd. In dit onderzoek worden niet alleen ex-topman Staal, maar ook de toezichthouders doorgelicht.

Daarnaast gaan de minister en Tweede Kamer zich vanaf april buigen over een nieuwe Woningwet. Er wordt al tien jaar lang over deze wet gesproken, maar dat heeft tot nu toe niet tot een nieuwe wet geleid. Hierdoor is het toezicht op corporaties beperkt, één van de vermoedelijke oorzaken van de Vestia-affaire. Ten slotte kondigde CDA-Kamerlid Van Bochove een parlementaire enquête naar de corporatiesector aan, wat door een meerderheid van de Tweede Kamer werd gesteund.

Emotioneel debat

Opvallend in het debat waren niet alleen de harde woorden waarmee Vestia door Kamer en minister de oren werd gewassen, maar ook de emotie die hiermee gepaard ging. Het eerste deel van Spies’ betoog zat zo vol van ingehouden woede dat de Kamerleden ademloos aan haar lippen hingen. Hoewel de minister begon met de opmerking dat zij niet alle details openbaar kon maken, was haar verhaal daarna een ondubbelzinnige veroordeling van de bestuurscultuur van Vestia, waarbij het intern toezicht tot een minimum was teruggebracht en toezicht van buitenaf vooral als lastig werd gezien. Hier wordt onmiddellijk verandering in gebracht.

 

Minister Spies van BZK ontkent schending van privacy

Minister Spies ontkent schending van privacy

Minister Spies van BZK ontkent dat ze met haar wetsvoorstel voor een extra huurverhoging voor ‘scheefhuurders’ de privacy van huurders schendt. Ze is niet bereid het wetsvoorstel in te trekken of de voorbereiding ervan stop te zetten. Ze zei dit tijdens een Algemeen Overleg op 7 maart met de Tweede Kamer over het huurbeleid.

Gisteren kwam advocatenkantoor Kennedy Van der Laan met een adviesrapport aan de Woonbond waaruit blijkt dat het wetsvoorstel strijdig is met wetgeving op het gebied van de privacybescherming. De Woonbond heeft op grond hiervan huurders opgeroepen dit te melden bij het College Bescherming Persoonsgegevens, die zich al eerder zich kritisch over het wetsvoorstel had uitgelaten.

Op grond van het wetsvoorstel kunnen huishoudens met een belastbaar inkomen boven € 43.000 een extra huurverhoging van 5 procent krijgen. Hoewel deze wet nog in het Parlement moet worden behandeld, kunnen verhuurders nu al sinds vorige maand bij de Belastingdienst de inkomensgegevens opvragen. Huurders zijn hier niet over geïnformeerd.

Tijdens het Kamerdebat bleek dat de oppositiepartijen PvdA, SP, D66 en GroenLinks grote problemen hadden met deze inbreuk op de privacy van huurders. Zij willen dat de minister het wetsvoorstel intrekt of stopt met het laten verstrekken van inkomensgegevens. ‘Ik voel me te kakken gezet’, zei SP-Tweede Kamerlid Sadet Karabulut.

‘Grote woorden’

Minister Spies reageerde geprikkeld. ‘Er worden hier grote woorden gebruikt die de feiten geen recht doen.’ Ze hield de Kamerleden voor dat een dergelijk voorbereidingstraject niet ongebruikelijk is en dat ze zorgvuldig heeft gehandeld. Zo heeft de staatssecretaris van Financiën de belastingdienst ontheffing verleend. Spies vindt niet dat ‘de inkomensgegevens van huurders op straat liggen’. ‘Er worden geen feitelijke inkomensgegevens aan verhuurders verstrekt. Alleen ja, nee of onbekend op de vraag of het inkomen boven de 43.000 euro ligt.’ Ze vindt ook niet dat huurders geïnformeerd hadden hoeven te worden. ‘Er is gekozen voor een manier die voor huurders het minst belastend is. Bovendien had het veel administratieve lasten met zich meegebracht.’

Minister komt snel met reactie

De minister kondigde aan op korte termijn met een officiële reactie te komen op het rapport van Kennedy Van der Laan. Onduidelijk is nog wanneer het wetsvoorstel zal worden behandeld en of de wet per 1 juli kan worden ingevoerd.

Extra huurverhoging in strijd met privacywetten

Extra huurverhoging strijdig met privacywetten

Het plan om hurende huishoudens met een belastbaar inkomen boven de 43.000 euro een extra huurverhoging van 5% boven inflatie te geven is strijdig met wetgeving op het gebied van de privacybescherming. Dit blijkt uit een advies van het advocatenbureau Kennedy Van der Laan aan de Woonbond. De bond roept huurders daarom op bij het College Bescherming Persoonsgegevens te melden dat hun privacy wordt geschonden.

Volgens Kennedy Van der Laan is de invoering van inkomenshuren strijdig met van het recht op privacy, zoals vastgelegd in het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en de wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens). Tenslotte is de verstrekking van inkomensgegevens door de Belastingdienst aan verhuurders in strijd met de grondwet.

Juridisch gezien zijn er drie belangrijke bezwaren. Ten eerste ontbreekt de wettelijke grondslag voor de maatregel.

Ten tweede is er geen noodzaak om de privacy van huurders te schenden, terwijl dat een belangrijke voorwaarde is.

Ten derde worden huurders in het geheel niet betrokken of geïnformeerd, terwijl dat bij het verstrekken van dergelijke privacygevoelige informatie een absolute voorwaarde is.

De wettelijke grondslag ontbreekt

Wil de overheid het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kunnen beperken, dan moet dat een wettelijke grondslag hebben. Die wettelijke grondslag ontbreekt momenteel, omdat de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel nog moeten behandelen. Toch verstrekt de Belastingdienst al sinds februari inkomensindicaties van huurders aan verhuurders. Dat de verantwoordelijke minister de Belastingdienst op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ontheven heeft van haar geheimhoudingsplicht doet niets af het ontbreken van een wettelijke grondslag.

Geen noodzaak voor privacyschending

De Raad van State heeft in zijn advies over het wetsvoorstel benadrukt dat het kabinet moet kunnen aantonen dat de bestrijding van het scheefwonen niet of onvoldoende met andere maatregelen kan worden bestreden. Dat heeft het kabinet niet gedaan, wat volgens Kennedy Van der Laan betekent dat het wetsvoorstel de toets aan artikel 8 EVRM niet doorstaat en de huurverhogingen niet zomaar mogen worden ingevoerd. Daarnaast wijst het advocatenbureau er op dat in de bezwaarfase geen privacywaarborgen zijn ingebouwd. Omdat een huurder bij een procedure bij de huurcommissie een gedetailleerde onderbouwing moet geven van de financiële situatie van hemzelf en zijn medebewoners, is het wetsvoorstel nog steeds in strijd met artikel 8 EVRM.

Huurder niet betrokken

Een belangrijk tekortkoming bij de introductie van inkomenshuren is dat het wetsvoorstel niet regelt dat huurders voorafgaand aan de levering van privacygevoelige worden geïnformeerd (transparantiebeginsel). Dat zou moeten gebeuren bij het verstrekken van de adresgegevens door de verhuurders aan de Belastingdienst en bij het leveren van de inkomensverklaring door de Belastingdienst. Ook voorziet het wetsvoorstel niet in een mogelijkheid voor de huurder om op voorhand bezwaar te maken tegen de gegevensverstrekking. Volgens Kennedy Van der Laan is het wetsvoorstel daarom ook strijdig met artikel 33 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Archieven

september 2025
M D W D V Z Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Bezoekers

262777
Total Visitors